Niet alleen een witte collectie met een zwart sausje

Het idee om een Zwart Vrouwencentrum op te richten is geboren uit de geweldige teleurstelling die een twintigtal zwarte vrouwen overviel toen ze in december 1983 naar de Winteruniversiteit voor Vrouwenstudies in Nijmegen kwamen. Met grote verwachtingen waren ze naar de Winteruniversiteit getrokken, maar moesten voor de tweede keer ervaren – de eerste keer overkwam hen het zelfde in de zomeruniversiteit in 1981 – dat het hele programma geen enkel onderwerp bevatte dat betrekking had op zwarte vrouwenproblematiek.

De groep zwarte vrouwen heeft bij de opening van de Winteruniversiteit hun protest tegen deze vorm van discriminatie geuit en besloten een eigen zwarte vrouwengroep te vormen waar iedere dag een eigen agenda voor zou worden opgesteld. Dit was tegelijkertijd het begin van een reeks discussies over de behoefte om een eigen Zwarte Vrouwencentrum op te richten. Dit zou een centraal punt moeten zijn waar zwarte vrouwen elkaar kunnen ontmoeten, hun aktiviteiten gecoördineerd kunnen worden en een centrum waartoe zwarte vrouwen zich kunnen wenden om voor hun relevante informatie over wat dan ook, te kunnen krijgen.

Een eigen bibliotheek en dokumentatiecentrum is hierbij een beslissende factor. Want onder de vele vrouwenbibliotheken, archieven en dokumentatiecentra die er reeds bestaan, is er nog geen voor zwarte vrouwen, gericht op hun eigen strijd, problematiek en vanuit hun eigen visie opgezet. Zo’n bibliotheek en dokumentatiecentrum kan zich richten op het verzamelen van informatie voor en over zwarte vrouwen en vooral alle informatie door zwarte vrouwen geproduceerd.”

Flamboyant Nieuwsbrief 6 (juni 1987)

In 1985 richtte dus een groep zwarte vrouwen Stichting Flamboyant op als een ontmoetings- en documentatiecentrum ter ondersteuning van de emancipatie van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (ofwel zmv-vrouwen) in Nederland. Flamboyant deed een uitgebreid inventarisatieonderzoek naar de stand van zaken van informatievoorziening voor en over zwarte, migranten en vluchtelingenvrouwen in Nederland. In vier bibliografieën toonde ze het belang aan van een eigen bibliotheek en documentatiecentrum. Witte documentatiecentra en bibliotheken misten de nodige invalshoek, visie en oriëntatie om zmv-informatie te vinden en zichtbaar te maken met relevante trefwoorden.

Ongeacht de noodzaak voor een eigen centrum was er alleen overheidssubsidie voor een project dat zich richtte op het verbeteren van zmv-informatievoorziening binnen bestaande bibliotheken en documentatiecentra. Toen de subsidiekraan werd dichtgedraaid moest Flamboyant in 1991 de deuren sluiten. Stichting ZAMI nam haar ontmoetingsfunctie over, en het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV) kreeg de subsidie om zmv-informatievoorziening te gaan verbeteren.

‘Vragen m.b.t de 0-meting’ (1997)

Het driejarige Project Informatieverzorging op het terrein van zwarte en migrantenvrouwen (ofwel het zmv-I project) ging van start in 1992, en werd opgevolgd door het Pattipilohy Project in 1997. Dit project was vernoemd naar Cisca Pattipilohy, die vanuit haar ervaring als bibliothecaris en documentalist, aan de wieg heeft gestaan van zmv-informatieverzorging.

De zmv-projecten wilden een volledige cultuuromslag in het IIAV teweegbrengen, waarbij de deskundigheid voor zmv-informatievoorziening op een duurzame manier werd ingebed in de dagelijkse werkzaamheden en het algemene beleid van het IIAV. Zo zetten de projecten, naast het verbeteren van de Vrouwenthesaurus en de dienstverlening, zich ook in voor het uitbreiden van de collectie van zmv-materiaal. Deskundigheidsbevordering was hierin belangrijk. Cisca Pattipilohy zegt hierover in 1998:

Als een instantie onvoldoende expertise over zwarte vrouwen in huis heeft, kan ze geen goede collectie opbouwen en in stand houden. Dan kan het gebeuren dat alleen bestsellerauteurs à la Arundhati Roy aangeschaft worden, en niet een belangrijke titel als The Empire Writes Back; een bundel met artikelen van allerlei zwarte wetenschappers over de invloed van witte cultuur op zwarte literatuur. Als er een witte collectie met een zwart sausje ontstaat, zijn we nog steeds niet waar we wezen moeten.

Cisca Pattipilohy in: Naima Azough, ‘Multiculturalisatie kost tijd en geld: Het Pattipilohy project van het IIAV’, Lover 25:3 (1998)

Om ervoor te zorgen dat de expertise aanwezig was, bespraken de zmv-projecten ook de noodzaak van het opbouwen van een representatief personeelsbestand, en het duurzaam onderhouden van kennis van en contacten met zmv-vrouwen en organisaties. Om te meten aan welke informatie er behoefte was, namen de projectmedewerksters van het Pattipilohy Project individuele en groepsinterviews af met zmv-vrouwen. Zij benadrukten bijvoorbeeld ook het belang van de overdracht van niet-opgeschreven verhalen (ofwel oral history).

Ook richtten de zmv-projecten zich op het verspreiden van zmv-kennis. Een belangrijk resultaat van samenwerking tussen het zmv-I-project en zmv-vrouwenorganisaties was de tentoonstelling en lezingencyclus Onderbelicht, zwarte migranten en vluchtelingenvrouwen in Nederland: informatie-uitwisseling in perspectief. Met haar openingsspeech op 1 mei 1995 benadrukte Angela Davis het internationale karakter van de strijd van zwarte-, migranten- en vluchtelingenvrouwen.

Hier volgt een vertaling van een excerpt uit Angela Davis’ openingsspeech:

“De tentoonstelling Onderbelicht staat, zoals Gloria Wekker benadrukt heeft, voor de weigering van zwarte vrouwen om uit de Nederlandse geschiedenis te worden gewist. Onderbelicht laat zien dat zwarte vrouwen er zijn, dat ze deel uitmaken van de geschiedenis van dit land, dat ze er zijn en dat ze er zijn om te blijven!”

Angela Davis, ‘Iedere Amerikaan heeft een migrantenachtergrond. Openingstoespraak’, Onderbelicht, zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen in Nederland, informatie-uitwisseling in perspectief (1996)

About

IHLIA Outside the Box is een online plek om verrassingen uit de lhbti- geschiedenis te ontdekken en bijzondere IHLIA-projecten te volgen.