In 1978 ontstond aan de Universiteit van Amsterdam een aantal initiatieven om academisch onderzoek naar homoseksualiteit mogelijk te maken: de werkgroep Homostudies, het tijdschrift Homologie, en het Documentatiecentrum Homostudies (Homodok).
Naast het documenteren van al het onderzoek dat verscheen over homoseksualiteit werkte Homodok aan een snelgroeiende collectie van onder andere literatuur, rapporten, verslagen, scripties, pulp, tijdschriften, affiches, posters, krantenknipsels, objecten en archiefcollecties.
Voornaamste doel van het Homodok is het verstrekken van informatie over wetenschappelijke en kulturele publikaties betreffende homoseksualiteit: wat voor literatuur is er verschenen en te vinden over een bepaald onderwerp en wáár is dat te vinden?
Gezamenlijke folder van de homo- en lesbische documentatiecentra en bibliotheken (1983)
In 1981 publiceerde lesbisch feminist Maaike Meijer in het tijdschrift LOVER een artikel over haar bezoek aan de Lesbian Herstory Archives in New York. Meijer beklaagde zich over het gebrek aan zo’n initiatief in Nederland:
Je kent de zeden en gewoonten van je eigen lesbische stam, maar je weet niet hoe de lesbische stammen van twintig, dertig, vijftig jaar geleden leefden. Niemand bewaart de lesbische cultuur, niemand onthoudt onze traditie, tenminste niet in Nederland.
Maaike Meijer, ‘De roddel van de een is de geschiedenis van de ander’, LOVER 8:4 (1981)
Dit was niet helemaal waar: in Leeuwarden bestond al een lesbisch archief in het woonhuis van Henny Smid en Majo Georgie, hoewel dit archief op dat moment nog niet voor publiek geopend was. Meijers artikel zorgde voor nog meer interesse in lesbische archieven, en in 1982 kwam een groep van rond de zeventig vrouwen samen om hierover na te denken.
Zij bespraken niet óf er een lesbisch archief moest komen, maar welke vorm dit zou moeten aannemen. Moesten er meerdere regionale archieven komen, of één landelijke? Moest het archief ondergebracht worden in een eigen veilige lesbische leefomgeving op een privéadres, in een gemeenschappelijk vrouwenhuis, of in een openbare bibliotheek? Moest het adres geheim zijn of gepubliceerd worden? En moest het archief open zijn voor mannen?
Om het materiaal regionaal toegankelijk te houden besloten de initiatiefnemers uiteindelijk meerdere regionale lesbische archieven op te zetten: in Leeuwarden, Nijmegen, Utrecht, Amsterdam, Den Bosch, en later ook in Eindhoven. Deze regionale archieven kwamen samen in het samenwerkingsverband Landelijk Overleg Lesbische Archieven.
Het motto van het Lesbisch Archief Amsterdam, ‘hebben is hebben maaar houden is kunst’ betekende voor mij emancipatie, activisme zelfs. Vooral het ‘houden’, dus je echt verdiepen in je eigen geschiedenis, in de geschiedenis van je emancipatie, dat heeft me altijd ontzettend gebonden aan het archief. Vanuit die rol van bewaarder, beschermer van ons erfgoed, was het voor mij makkelijker om mijn activisme tentoon te spreiden dan dat ik dat vanuit een politieke beweging had moeten doen.
Interview met Eef Keijzer, medewerkster Lesbisch Archief Amsterdam (2021)
Door gebrek aan subsidie, huisvesting en vrijwilligers was het voor deze archiefinstellingen niet altijd makkelijk overeind te blijven. Het Lesbisch Archief Utrecht doneerde in 1990 de gehele collectie aan het Amsterdamse archief.
Ondanks de angst voor het verliezen van hun autonomie en eigen stijl fuseerden de archieven van Amsterdam en Leeuwarden uiteindelijk met Homodok en ontstond het Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief (IHLIA).
Alleen Nijmegen heeft nog een autonoom lesbisch archief, dat niet alleen materiaal omvat van de lesbische beweging, maar van de hele Nijmeegse regenbooggeschiedenis.
Naast het verzamelen van zoveel mogelijk lesbische geschiedenis, organiseerden de lesbische archieven ook veel activiteiten:
Voor mij was het heel erg belangrijk niet alleen maar te verzamelen – kijk een archief kun je ook opvatten als we gaan zoveel mogelijk verzamelen en dat netjes doen volgens de archiefmethodieken enzovoort, maar ja daar was ik niet voor opgeleid, ik was socioloog […] en voor mij was het veel belangrijker om de beweging zichtbaar te maken. Dus voor mij was het belangrijk bijeenkomsten te organiseren en wat we in het archief hadden verzameld ook zichtbaar te maken en te laten zien dat lesbische vrouwen bestonden, en dat die diversiteit enorm groot was, de dé lesbische vrouw ook niet bestaat.
Interview met Jeannette Nijboer, medewerkster Lesbisch Archief Amsterdam (2021)
Het Lesbisch Archief Amsterdam organiseerde regelmatig tentoonstellingen en hield maandelijkse borrels. Sommige activiteiten waren exclusief voor lesbische vrouwen, wat tot discussie leidde:
Moet iemand dan echt lesbisch zijn, of mag bi ook? En een trans vrouw die lesbisch is, mag die dan ook, ook als ze nog niet helemaal de transitie door heeft gemaakt? Nou ja, dat soort discussies hebben we wel gevoerd, ja.
Interview met Jeannette Nijboer, medewerkster Lesbisch Archief Amsterdam (2021)