Dress to Impress

Kameraden in uniform biografie home inleiding Artikelen
over project
Experts over de bijzondere
fotocollectie van gerrit Jan vos
Home artikelen over project

Jan Willem Tellegen
Jan Willem Tellegen (1956) studeerde psychologie en geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam (1984). Tijdens zijn studie was hij vooral geïnteresseerd in cultuur- en ideeëngeschiedenis en mede betrokken bij het ontstaan van homostudies aan de UvA. Na zijn studie werkte hij als consultant in het bedrijfsleven. De afgelopen tien jaar deed hij veel vrijwilligerswerk en schrijft hij jongensfictie.

Mannenvriendschappen en homoseksuele relaties
onder Duitse soldaten in het Derde Rijk

In juli 1934 vond in Duitsland de moordpartij plaats die bekend geworden is als de ‘Nacht van de Lange Messen’. Een politieke afrekening door Hitler en de SS met rivalen van het naziregime. Die nacht werd ook SA-leider Ernst Röhm vermoord en van hem was vrij openlijk bekend dat hij homoseksueel was.

Zijn moord is speculatief in beeld gebracht in The Damned, Visconti’s film uit 1969, alsof de moorden plaatsvonden na afloop van een slemppartij met mooie jongens, sommigen in sexy vrouwenkleren.

Weimar Duitsland maakte grapjes over de nazi’s als homoseksuele bende.1 Voor 1934 was van meer hoge nazi’s bekend dat zij homoseksueel waren en het gegniffel over de intimiteiten van de nazikameraden lijkt aan te geven, dat mannenliefde op zijn minst door de vingers werd gezien. Homoseksualiteit en de mannelijkheidscultus van kameraadschap en diepgevoelde trouw aan de Volksgemeinschaft leken in elkaars verlengde te liggen.

Of dat zo was of toch niet, na 1934 kwam daaraan een genadeloos einde. Zeker is dat de SS en Himmler, aan wie een bijna panische homofobie wordt toegeschreven, een moraal en aangescherpte wetgeving hooghielden, die homoseksualiteit in de SS en afgeleid daarvan in de Wehrmacht en andere Duitse organisaties zoals de Reichsarbeitsdienst onaanraakbaar taboe maakten, een vreselijke aanslag op alles dat met mannelijke soldateneer te maken had.

Bij ontdekking hoorden forse straffen, zoals uit procesinformatie blijkt.2 Tuchthuisstraffen of verbanning naar het front voor soldaten die het met elkaar of met burgers deden waren regel.

Sommigen kwamen er makkelijker van af, zoals het verhaal van Hans Scholl leert. Hij is vooral bekend geworden omdat hij lid was van Die Weiße Rose, een van de weinige verzetsgroepen in nazi-Duitsland. Hans werd in 1943 gearresteerd en terechtgesteld. Zijn familie bewierookte na de oorlog zijn verzetsheldendom, maar vermeldde niet dat Hans voor de oorlog in 1937 als lid van onder andere de Hitlerjugend wegens ‘ontuchtige handelingen’ samen met anderen werd berecht. Hij was zeventien toen hij seks had met de vijftienjarige Rolf Futterknecht alsmede een belastende correspondentie voerde met een oudere Zweedse officier.

In het verhoor gaf hij wel toe, dat het een Schweinerei was geweest, maar zijn motief was, ‘de grote liefde die ik voor Futterknecht had’.3 Er werden diverse gevangenisstraffen uitgedeeld, maar Hans kwam er met een lichte straf vanaf, omdat hij jong en dwaas was, geen onverbeterlijke Volksschädling.

Het lijkt eenvoudig. Vriendschap tussen echte mannen was belangrijk, seks tussen mannen verboden, dus volgde vrijheidsstraf en daarna terug in de rangen. Maar ook na 1934 bleef een dubbelzinnige moraal rond harde en zachte aspecten van kameraadschap bestaan.

Er is veel geschreven, veel meer dan hier kan worden uitgewerkt, over de cultuur van ‘veelvoudige’ mannelijkheid in de verschillende geüniformeerde organisaties in het Derde Rijk.4 Veelvoudig in de zin dat voor echte mannen, echte kameraden de verbinding, de vriendschap en ook liefde in een hechte groep mannen centraal staan in verschillende combinaties van harde en zachte emoties voor elkaar. Mannelijkheid verbond kracht en koelbloedigheid met een uitzinnig gevoel van liefde en dienstbaarheid aan de groep. Dit betreft een kernelement van de nazi-ideologie van de Volksgemeinschaft, waarin opoffering voor het gezamenlijk ideaal en versmelting met de groep religieuze proporties bereikte. Bewust opgehitste euforie en wegcijfering van individualiteit om één volkswil te voelen in de enorme groepen, die we kennen van de Partijdagen of met kameraden in het leger. Wie het wilde volhouden kon zich daar onmogelijk aan onttrekken. Nietsontziend mannelijk voor de overwinning, zacht en teder voor vriendschap met kameraden. Een lastige en dubbelzinnige grens.

De uitdagende vraag is, hoe dan? Wat hield de band met het leger in, de kameraadschap en de liefde van soldaten voor elkaar. Hoe verhield zich dat tot individuele verlangens, met behoefte aan warmte en lichamelijkheid. Hoe gingen soldaten met elkaar om, bereid voor elkaar op het slagveld door dik en dun offers te brengen, maar ook in de kazerne, in de eindeloze tijden vol verveling, zonder vrouwen, zonder seks.

Zonder seks? Dat kan niet waar zijn. Natuurlijk gebeurde er van alles tussen jongens en mannen, onder elkaar en buiten het leger. We weten er, ondanks de gevoerde processen en egodocumenten, weinig van, veel minder dan er zal hebben plaatsgevonden. Ook in een vrije samenleving hangen mensen niet alles wat zij doen aan de grote klok en hier was alle reden er samen over te zwijgen. Homoseksualiteit was in de nieuwe nazi-ideologie na ’34 een vorm van diep verontrustende schennis van het mannelijkheidsideaal, juist omdat ongenaakbare hardheid en zachte vriendschap nauw verbonden waren, maar seks tegelijk een spijkerharde grens. Een verboden deur die zo verboden was, dat zij misschien ook voortdurend giftig bleef lonken.

Een heftige tegenstelling tussen idolate vriendschapsemoties, die ook lichamelijke rituelen kenden en seksualiteit die verraad van diezelfde emoties betekende.

Duitse jongens in de Reichsarbeidsdienst (RAD). In de collectie zijn veel foto’s van jongens in de RAD, een Duitse organisatie met een vergelijkbare discipline en kameradencultuur als het leger. De RAD verrichte een breed scala hand-en- spandiensten voor onder meer het leger

Zeker in hogere echelons leidde homoseks tot krachtige gevoelens van eerloosheid en verraad. In Nederland is het voorbeeld van Co Spreij tekenend.5 Spreij was een hoge SS’er die in december 1943 werd aangegeven door een tweetal ondergeschikten, omdat hij in beschonken toestand ‘homoseksueel getinte handelingen’ met hen had willen hebben. Spreij bekende direct, maar wat hij precies bekende wordt niet duidelijk. Het deed er ook niet toe of er alleen op de verboden deur geklopt was of dat deze laveloos wijd openstond. Waar het hier om gaat is dat de door het Kriegsgericht opgelegde doodstraf niet werd uitgevoerd. Aan Spreij werd uiteindelijk in mei 1944 op aanwijzing van Himmler zelf een pistool gebracht om zelfmoord te plegen. Hetgeen Spreij trouw deed. Een dergelijke hoogdravende bezwering om de eer te redden – zowel de eer van de SS als die van Spreij zelf – tuigt een soort ‘reinigingsritueel’ op waar symboliek van uitgaat die ver uitstijgt boven simpele executie.

Wie met dit soort informatie uit literatuur en bronnen in het achterhoofd mag kijken naar de enorme collectie foto’s van Gerrit Jan Vos heeft een geweldige kans te zien hoe soldaten in de praktijk met elkaar omgingen. Zwijgend, maar in verschillende houdingen met elkaar, in grotere en kleinere groepen, in paren en alleen. In uniform maar ook in vrije tijd, met ontblote bovenlijven, als ze elkaars haar knippen6 of in de onflatteuze sport- en zwembroeken die mannen toen droegen.7

Wat hebben zij samen willen uitdrukken, wie hoopten, wisten, verwachtten ze dat naar de foto’s keken, welke gelegenheden wilden ze vereeuwigen? Wat was bewust, wat argeloos. Er zijn niet veel foto’s waarop het duidelijk oorlog is. Enkele van verwoeste gebouwen met rondhangende soldaten. De collectie is in dat opzicht eenzijdig. Nu eens geen SS-Einsatzgruppen bij een put met neergeschoten joden, of besmeurd in de modder, bevroren en dood bij Stalingrad. Die foto’s en die gebeurtenissen moeten we er ook bij denken.

De meeste foto’s zijn gemaakt om samen een positief moment vast te leggen, voor de gelegenheid of informeel omdat iemand een camera had. Een deel is snapshots, de meesten zijn stram of losjes geposeerd. Ze houden elkaar vast, ze hangen op en over elkaar, laten hun verbondenheid zien. Altijd relaties die er ‘goed’ uitzien, lachend en blij. De collectie bevat vooral foto’s die ze naar huis konden sturen. Trotse gezichten, kijk eens hoe hard we werken, hoe veel lol we hebben en hoe mooi we marcheren.

Duitsers van de Reichsarbeitsdienst. Van dit soort groepsfoto’s zijn er talloze in de collectie

Kameraadschap vraagt op fotomomenten zichtbare verbondenheid, armen op elkaars rug en om elkaars schouders.8 Een enkele keer arm in arm.9 Leger- en vriendschapsmoraal brengen soldaten dicht op elkaar, schouders en knieën tegen elkaar, soms ook plagend en stoeiend elkaar vasthouden, dollend elkaar onderwerpen en prettig onderworpen worden, omdat het kameraadschap uitdrukt, omdat het de band met hem, een echte vriend toont, omdat het lekker voelt.10 Armpje drukken eindigen met nog een omarming om het af te maken. Misschien net tegen de grens van lichamelijkheid die naar erotiek zweemt, het kan allemaal. Drank of vermoeidheid verhogen de intimiteit.11 En fantaseren met de gay gaze mag.12

Bekend zijn wel de foto’s in veel legers van ‘omkeringsrituelen’, feestavondjes met jongens in vrouwenkleren, die alles te maken lijken te hebben met de afwezigheid van vrouwen en onderdrukte seksualiteit. Zulke foto’s heb ik in deze collectie niet gezien. Er zijn foto’s van feestmomenten met verkleedpartijen13, dansende soldaten in paren14, maar geen travestie.15 Wel staan in slaapzalen soms alle bedden tegen elkaar aan16, samen in bed gebeurt ook.17 En zouden jongens in de koude Russische winter niet dicht bij elkaar geslapen hebben? Gewoon om warm te blijven?

Er zijn weinig naaktfoto in deze collectie. Die foto’s bestaan. Zeker in Frei Korper Kultur Duitsland werd naakt gezwommen en gesport. De foto’s18 die er zijn geven aan dat naaktheid geen preutse problemen opleverde.

Duitse soldaten

Argeloze beelden van samen wassen, poepen19, gewonden verzorgen, omkleden. Het naakte lichaam werd niet verborgen en niet vertoond. Ongetwijfeld schiepen de rituelen om mannenvriendschappen in het leger te onderstrepen een omgeving waarin lichamen gewoon en dichtbij waren. Om vrienden voor het leven te maken, ook door met elkaars emoties om te gaan. Paren die elkaar aanraken zien er altijd een beetje intiemer uit.20 Er zijn foto’s die zonder dat we de context weten zo intiem lijken, dat je er meer dan kameraadschap in kan zien.21 Dat zijn uitzonderingen. En gezegd moet worden, dat juist van de informele, intiemere foto’s vaak niet zeker is of het Duitse soldaten zijn.

Het grote aantal foto’s maakt ook mogelijk te zien waar de grenzen lagen. Een hand op het bovenbeen van je vriendje gebeurt niet. Ook niet hand in hand of met de wangen tegen elkaar. Wie zorgvuldig kijkt ziet hoe ver aanraking en intimiteit gingen. Armen om elkaar heen, op schouders zijn uitdrukking van vriendschap en verbondenheid. Ook als de jongens in de zomerhitte halfnaakt zijn.22 Vaak staan soldaten ook gewoon dicht bij elkaar zonder aan te raken.

Ik krijg de indruk dat er in uniform, een formeler moment, minder over schouders gehangen wordt. Vaak staan de jongens ook dicht op elkaar gewoon, omdat de groep anders niet op de foto paste. Eerlijk gezegd zie ik de geëxalteerde kanten van de officiële moraal niet. Kameraadschap is kuis, formeel of lacherig. Er is een aantal foto’s waar speels met messen tussen de tanden gedreigd wordt23 of een Schnellgericht gespeeld wordt24, maar ik zie geen overdreven martialiteit of nadruk op de harde kanten van mannelijkheid. Gewoon samen bokspringen, tentje opzetten, kuil graven, vlag hijsen of aardappels schillen. Dat laatste wordt een intieme bezigheid. De pan staat in het midden dus je moet samen in een klein kringetje zitten.25 Nee, het algemene beeld is er een van we zitten hier nu eenmaal, we houden van elkaar en we maken er het beste van.

Duitse soldaten, SS’ers

Daarmee lijkt de homosociale soldatencultuur ook een gemakzuchtige heterocultuur, waar de grens van het homofobe areaal makkelijk op grote afstand bleef. Markering van een verboden grens is nauwelijks nodig, verzwijgen is genoeg, omdat het niet hoort te bestaan. Heterojongens kunnen intens van elkaar houden, maar seksualiteit wordt ergens anders geprojecteerd, niet op elkaar. Niet anders dan in talloze andere mannengemeenschappen. Hoe het voor een jongen was die naar andere jongens of misschien wel naar die ene jongen verlangde om met de jolige aanrakingscultuur om te gaan is eveneens een bekend verhaal. Juist voor hen is het lastig de argeloze lichamelijkheid van het kameradenritueel vol te houden, altijd onzeker waar ze ongewild en ongemerkt een grens over gaan.

Duitse soldaten van de Landmacht

In een dergelijke cultuur is geen geëxalteerd taboe nodig om homoseksualiteit op afstand te houden, omdat het een vanzelfsprekend storende inbreuk is op de stoere schouder-aan-schouder-macho-meerderheidscultuur. Het maakt homo’s makkelijke en sneue slachtoffers. Die doen dingen stiekem, houden hun mond, lijden in stilte, tot het noodlot wel of niet toeslaat. En of de officiële ideologie de kazernes en de jongens uit dorpen en Kleinstädte echt in levend detail bereikte is de vraag. Klaus Theweleit’s tweedelige analyse van Männerphantasien besteedt uitgebreid aandacht aan mannelijkheid en homoseksualiteit in het Derde Rijk. Hij citeert uit een brief van een soldaat die vertelt hoe heerlijk de seks met andere soldaten in het leger was: ‘Für uns war alles so natürlich, keiner dachte an Pathologie oder Kriminalität; es war für uns ganz selbstverständlich’.26 Theweleit geeft een verklaring die seks in het leger tot een min of meer onbewuste daad van ondermijning van de vaderlijke discipline maakte, verzet en verheffing boven de macht van de officieren. Het zou kunnen.

Het kan ook gewoon geil verlangen zijn. Natuurlijk grensoverschrijdend, en in het leger een pittiger overtreding dan in de burgersamenleving, maar mij valt precies op wat deze soldaat – natuurlijk voorzichtig niet ontdekt te worden – schrijft: ‘Het was voor ons zo vanzelfsprekend.’ Gewone impulsieve jongens op grote afstand van ideologische of intellectuele ideeën over moraal en identiteit. Zo moet het voor Hans Scholl ook geweest zijn en gelukkig kwam hij er als jochie in de Hitlerjugend licht vanaf. Anders dan Co Spreij die zich heel dicht tegen de ideologische machten bewoog. Voor hem en zijn omgeving werd het een erekwestie, boete voltooid met een pistoolschot.

Duitse soldaten van de Landmacht
Duitsers aan het aardappels schillen in het witte (zogenoemde Drillich-) werkuniform. Het kunnen militairen zijn of zij kunnen bijvoorbeeld tot de Arbeidsdienst behoren

  1. Martin van Amerongen – Kameraden in het kwaad. In: Groene Amsterdammer nr 25, 1995. Sappige details en voorbeelden van grappen over de “nichtencultuur” bij de nazí’s voor 1934. Zoals deze: “Een zeker lid van de SA/ stond stafchef Ernst Röhm zo na/ dat hij om hem te imponeren/ Heil Hitler rond de aars liet tatoeëren.”.
  2. Pieter Koenders – Tussen christelijk réveil en seksuele revolutie. Amsterdam 1996, o.m. pp. 406-415. Dit gaat over Nederland en over processen in militaire organisaties bij ontdekking. Er waren in het leger uiteraard geen openlijke homo’s. Vervolging van homoseksuelen als zodanig is dan ook een ander en complex verhaal.
  3. Judith Schuyf – Leve de vrijheid! Hans Scholl, de Weiße Rose en het leger. In Gaynews 333, mei 2019 pp. 32-35 en 334 juni 2019 pp. 32-37.
  4. Thomas Kühne – Protean Masculinity, hegemonic masculinity: soldiers in the Third Reich. Central European History, SEPTEMBER 2018, Vol. 51, No. 3, Special Issue: Masculinity and the Third Reich, pp. 390-418.
  5. https://www.westervoort1940.nl/spreij.html
  6. [Codes fotocollectie Vos] 7185, 6951.
  7. 7099, 8635, 9320.
  8. 8683, van dergelijke foto’s bevat de collectie heel veel voorbeelden.
  9. 7757, 7087, 9186.
  10. 8687, 7143, 8518, 9079
  11. 8658, 7834, 6931. 8834 is een soort uniform pin-up door een fotograaf die op de grond ligt.
  12. Kijk bijvoorbeeld naar 7846, 6890, 6898, 6951.
  13. 6952, 6958.
  14. 8488.
  15. 8619 lijken twee soldaten met boezems? Of wordt er geposeerd vanwege de vorm van een uitrustingsstuk?
  16. 9295.
  17. 8939.
  18. 9278, 8656, 8566, 9278.
  19. 8615.
  20. 9079, 6935, 7085.
  21. 6904, 7134, 7152, 8050, 8480, 8539, 9067, 9079.
  22. 7002.
  23. 8673, 8978.
  24. 8696.
  25. 9949.
  26. Klaus Theweleit – Männerphantasien II, Frankfurt Main 1978, p 368.

over project mede mogelijk gemaakt door De op deze website verschenen verhalen zijn een online weergave van de artikelenbundel over de collectie Vos.

Meer informatie over de bundel en het WOII-project waar het onderdeel van is vind je op de IHLIA-website.

naar boven © 2023 IHLIA lgbti heritage inleiding biografie artikelen

About

IHLIA Outside the Box is een online plek om verrassingen uit de lhbti- geschiedenis te ontdekken en bijzondere IHLIA-projecten te volgen.