over project
fotocollectie van gerrit Jan vos
Spielerei
Een paar jaar geleden ontwierp ik een tentoonstelling voor het Maritiem Museum in Rotterdam. Ik wist niet meteen wat ik aan moest bij de opening. Ik ging naar zo’n kostuumbedrijf en besloot een kapiteinspak te huren. Bij het aantrekken merkte en voelde ik het al meteen. Dat zag er goed uit! Ook al lijkt het in het begin niet zo bijzonder omdat je eigenlijk alleen een nette broek en een net overhemd aandoet, je wordt echt iemand anders als je daarna de jas aantrekt met de gouden knopen en de tressen – gevlochten goud- of zilverdraad – daar overheen. Een sabel en een pet maken het uiteindelijk af.
Spielerei voor mij en zeker ook voor Gerrit Jan Vos. Hij kwam uit de mode-industrie waar ze sowieso een obsessie voor uiterlijk hebben. Hij was altijd al heel erg gefascineerd door uniformen. En hij was en is niet de enige. Dat was vroeger al zo met de matroos maar ook met de kapitein die vanwege hun ‘combinatie van stoerheid, spieren en een lichaam dat sensueel gewikkeld was in een ‘nauwsluitend’ uniform, een erotische aantrekkingskracht uitoefenden’.1
Het is een van de eerste voorbeelden van archetypes, evenals cowboys en bouwvakkers, die binnen de homoscene populair werden. Het geldt ook voor de soldaat waarbij het erotische aspect van een dergelijk uniform duidelijk te zien is in de leer- en fetisjscene. Het legeruniform en de kleding die mannen dragen bij motorclubs staan eigenlijk ook aan de basis hiervan.
Bijna al die kostuums zijn gebaseerd op het militaristische uniform en dan met name dat uit nazi-Duitsland. Dit vind ik wel een lastig aspect hieraan. Zeker als je je bedenkt dat er net buiten Berlijn een bedrijf is waar je ‘nazikostuums’ kunt laten maken, met exact die snit en belijning. Maar wel zonder de symbolen.
Het hangt wel af van de context waarbinnen het gedragen wordt. Een leren uniform mag op een fetisjfeest geen vraagtekens oproepen, de wenkbrauwen van supermarktbezoekers zullen waarschijnlijk wel gefronst worden als je dit draagt bij het boodschappen doen. Net zoals afbeeldingen van heiligen op T-shirts – wat een tijdje populair was – hier misschien niet veel emoties oproepen, terwijl dit wel gebeurt als je hierin rondloopt door Vaticaanstad.
Naast het uniform an sich zitten er een hoeveelheid elementen op of aan die het nog eens extra sexy maken. Terwijl deze attributen vaak niet meer de functie hebben waar ze oorspronkelijk voor gemaakt zijn. Een voorbeeld zijn de breeches, of rijbroeken. De achterpanden van de jasjes met een split in het midden werden dubbelgeklapt waardoor de gekleurde voering zichtbaar werd. De breeches hadden een dubbeldik, vaak leren, kontstuk in verband met slijtage bij het paardrijden. Met deze zogenoemde dubbele leren kont bleef je steviger op je paard zitten. Maar niemand in de leerscene heeft een paard, dus het gaat hier vooral om de sexy uitstraling.
Een ander voorbeeld is de codpiece, ook wel een braguette2 genoemd: een kap, zak of buidel die de schaamstreek van de man in de vijftiende en zestiende eeuw bedekte. Men droeg het tussen de losse broekspijpen waar het met knopen aan bevestigd werd. Met het krijgen van steeds grotere afmetingen, werd het in de zestiende eeuw ook een symbool van viriliteit. In een podcast over modegeschiedenis – waarin in iedere aflevering historische kledingstukken worden uitgelicht aan de hand van iemand die wordt aangekleed – werd bij een jongen die codpiece over zijn geslacht geplaatst. Zo liet je aan de buitenwereld zien hoe groot je geslacht is. Tegenwoordig gebeurt dat in de leerscene ook door leren slips met een codpiece erin. Het is voorgevormd voor je geslacht en dan is er ook nog een systeem om het naar voren te drukken door middel van een cockring.
Voor iemand uit de modewereld zat voor Gerrit Jan de aantrekkingskracht erin dat hij precies wist hoe een pak of uniform in elkaar werd gezet. Ook hoe je hiermee een beetje een suf lichaam weer kon perfectioneren, met als doel om te imponeren. Vooral in het leger was dat belangrijk zodat je de vijand daarmee kon intimideren.
Els de Baan3 schreef al dat uniformiteit en functionaliteit op diverse niveaus (waaronder dat imponeren) standaard bij legeruniformen horen, maar hoe maak je een mannenlichaam, dat ook nog wel eens van vorm wil wisselen, uniform?
Als je een smalle jongen breed wil maken, dan doe je dat met goede schoudervullingen, zet je er extra strepen of epauletten aan of extra kwasten als ze een beetje hoger in rang zijn. Het liefst ook nog in het goud want dat is koninklijk materiaal. En omdat het glimt valt het bovendien op van een afstand. Dan volgt een riem voor een mooie taille. Vervolgens heb je al de eerste driehoek te pakken.
Het gaat ook over de juiste lengte van het jasje, zodat je net niet het geslacht ziet. Dan krijg je ook dat er biezen of verticale strepen (piping) langs de pijpen van broeken gaan lopen die je benen optisch verlengen. Net zoals je ziet bij de populaire Adidasbroeken maakt deze belijning van dat lichaam iets sexy. Natuurlijk kunnen hoofddeksels ook niet ontbreken. Je ziet veel grote kleppen die je allereerst tegen de zon beschermen, maar in de leerscene heeft het bij mannen die leren petten dragen ook nog een andere functie.
Ik vraag me trouwens af wat je nog kunt zien. Uiteraard je geslacht, maar wat als je iemand aan wil kijken?
Natuurlijk draait het daar niet om, het gaat om afstand scheppen. Daarmee kun je de ander onzeker maken. Zoals Oscar Wilde ooit gezegd zou hebben dat alles in het leven om seks draait, behalve seks, want seks gaat over macht, geldt dat ook hier. En om dat effect te bereiken hoeft het niet uit te maken of het nu letterlijk om een soldatenuniform gaat of een gekocht uniform bij fetisjwinkel Mister B.
Erotische elementen
Je kunt op deze foto’s genoeg erotische elementen vinden. De twee knopen op beide borstzakken zitten precies op de plekken waar je tepels zitten. De verticale rij knopen gaan zo richting je kruis. Als je naar de foto kijkt wordt je oog getrokken naar het bovenste gedeelte en zakt je blik zo naar beneden
Mannen met een breechesbroek
Mannelijkheid
Om dit onderwerp beter te doorgronden, is één aspect hierbij essentieel: mannelijkheid. Maar wat maakt iemand mannelijk? En wie bepaalt dat? Je ziet het machtsverhaal hierin dan ook terug. Trek je dit door naar de vraag hoe mannelijkheid en homoseksualiteit zich tot elkaar verhouden, en daarmee welke plek homoseksualiteit inneemt in de maatschappij, dan merk je dat seksualiteit een moeilijk onderwerp in onze cultuur is om over te praten.
Dat heeft ook invloed op de manier waarop iemand zich presenteert. Ik hield een paar jaar terug een lezing tijdens de bijeenkomst bij het afscheid van Jack van der Wel, oud-hoofd collectie bij IHLIA. Het ging over de ontwikkeling van de visuele leerman door de jaren heen waarin ik met verbazing heb bemerkt dat het kleedgedrag van homo’s vaak gekoppeld is aan dat van ‘de agressor’.
Dus vanaf het moment dat je als ‘gewone’ homoman door het leven gaat, kun je stoere elementen toepassen om juist niet op te vallen. Ineens zijn alle jongens een baard gaan dragen, omdat mannen uit de Arabische landen dergelijke baarden dragen, maar die zijn fel tegen homo’s. Als jij daar rondloopt met je roze haar en je T-shirt met een eenhoorn erop ben je dus een perfect slachtoffer. Tegenwoordig zie je op datingsites veel (halfnaakte) homomannen in sportscholen, want dat is een ‘neutrale’ en veilige omgeving geworden waar je ongestoord aan je lichaam kan werken.
Het is dus een soort camouflage zodat je niet opvalt. Tegelijkertijd wordt het geërotiseerd, mede ook door de invloed van de eerder-genoemde archetypes die er ontstaan. Denk aan een Marlon Brando en ook James Dean, die er heel goed uitzien in een wit T-shirt en een spijkerbroek. Zo moest je eruitzien. Het werkt commercieel ook heel goed, zoals de Marlboroman die bepaalde wie je was door je keuze van sigaretten. Je ging als jongen geen Belinda roken, damessigaretten met een blondine op het pakje.
Het creëren van een stoer imago zag je ook bij artiesten als George Michael die in de tweede helft van de jaren tachtig van een beetje tuttig koorballenimago via een Levi’s spijkerbroek en een leren jack naar een stoerder imago ging. Toen hij met een kruisje in zijn oor ging lopen, volgde half Nederland. Net zoals veel mannen stopten met scheren op het moment dat George Michael een driedagenbaardje ging dragen. Iedereen voelde wel een beetje dat hij homo was, maar het paste beter dan het ‘geglitter’ van Elton John dat te opzichtig was, wat ook voor Freddy Mercury gold.
Binnen de homoscene zie je dus veel belangstelling voor archetypes, onder aanvoering van kunstenaars als Robert Mapplethorpe, Rex of Tom of Finland. Of het nu dient om niet op te vallen of om een (homoseksueel) ideaalbeeld te creëren van de perfecte man als knap, stoer en gespierd, is daarmee het beeld van mannelijkheid volledig? Er zijn immers ook een aantal voorbeelden die dit beeld onderuithalen.
Denk aan de glamrock in de jaren zeventig tot een knappe jongen als Harry Styles die net iets te hoge hakken draagt of vergeten is om een blouse aan te trekken onder z’n colbert. En mede daardoor een heel grote groep fans krijgen, niet alleen bij jongens maar vooral ook bij meisjes. Die willen ook helemaal niet weten of Harry gay is. Je ziet tegenwoordig ook meer voorbeelden van genderfluïde mannen en het mooie is dat daar ook steeds meer mensen van kleur bij horen. Wat als stoer wordt gezien is in iedere tijd weer anders.
Inmiddels lopen de mannen- en vrouwen-shows bij veel ontwerpers al samen. De enige reactie die daaruit voort zal vloeien, naar mijn idee, is supermasculiene of superfeminieme mode. Als de rokken kort zijn worden ze weer lang, en als ze lang zijn worden ze kort. De mode loopt dus altijd voor op de maatschappij en dat heeft ook invloed in de leer- en fetisjscene.
ls een markt verzadigd is dan gaat de scene over op een andere kleur of een iets ander stiksel. Wat mij opvalt is dat de soldaat eigenlijk weg is, de soldatenbroeken worden in tegenstelling tot vroeger ook niet meer bij Mister B verkocht. Dat komt door de oorlogssituatie in Oekraïne waar we nu mee te maken hebben. Wanneer er gevochten wordt wil men dit liever niet meer dragen.
Daarnaast is er meer vraag naar fantasy, mede door de invloed van games en fantasyfiguren in films en series. Wel verkopen ze nog veel sportbroekjes. Dat is meer voor de beginners, want je moet ook geld hebben om een leren pak te laten maken. Je ziet dus ook dat het economische aspect invloed heeft op de mode.
It’s all an illusion
Als we terugkeren naar het verhaal van imponeren en geïmponeerd worden, zie je dit in de leer- en fetisjscene terug in de dominantie en onderdanigheid die in alles lijkt doortrokken. Kunstenaars als Mapplethorpe speelden ook in hun werk met rangen en standen, waarop onze cultuur eigenlijk altijd gebouwd is.4 Dus je hebt een soldaat en een generaal, je hebt de matroos en je hebt de kapitein. Er is altijd hoog en laag dat bij elkaar komt.
Ik ken de leer- en fetisjwereld heel goed en wat mij in al die jaren is opgevallen, is dat bijna alle mensen die onderdanig zijn – heel zwart-wit gesteld overigens – een functie hebben als ambassadeur of bankdirecteur: een hoge functie in de maatschappij en op seksueel vlak zogenoemd een lage functie. En alles wat dominant in het leer en met pet op loopt, heeft vaak een ondergeschiktere rol in de maatschappij. Die rolwisseling is het belangrijkst.
Bovendien werkt dit in alles door. Als je bijvoorbeeld naar een leerevent gaat word je gewoon bang als iedereen binnenkomt. Maar waar gaan de gesprekken over? Over het koningshuis, de nieuwste porseleinen engeltjes en ‘meid wat zit je broek toch beeldig strak’. Het zijn totale contrasten.
Dat is ook wel weer het mooie aan de homowereld dat als iedereen ‘verkleed’ is, met name in de leer- en fetisjscene, je ook niet meer kan zien waar iemand vandaan komt. Waar in de echte wereld constant een stempel op je wordt gedrukt, kun je hier in deze fantasiewereld aan ontsnappen.
Hoewel hij af en toe een camouflagebroek droeg, liep Gerrit Jan niet rond met hoge zwarte laarzen en begaf zich ook niet in de leer- of fetisjscene. Bovendien toonde hij zijn verzameling van jonge jongens en mannen in uniformen ook niet aan de buitenwereld. Sterker nog, het gebeurde allemaal een beetje heimelijk. Gerrit Jan was een heel zachtaardige, heel bescheiden en een beetje een verlegen iemand van wie je deze fascinatie niet zou verwachten. Hij hield het genieten hiervan voor zichzelf, zoals dat vroeger met een pornoboekje ging en tegenwoordig op je telefoon. Waar anderen zich met volle overgave storten in een fantasiewereld in de scene, kon Gerrit Jan met zijn verzameling van echte soldaten zijn eigen illusies creëren.
- Gardiner, James A Class Apart: The Private Pictures of Montague Glover. London: Serpent’s Tail (1992: 60).
- Lemma Wikipedia ‘Braquette’. Geraadpleegd op 5-08-2022 via https://nl.wikipedia.org/wiki/Braguette.
- Zie in deze bundel ook het artikel Legeruniform en mode van Els de Baan (2022).
- Zie in deze bundel ook het artikel Leger als toevluchtsoord voor homoseksuele mannen (eerste helft 20e eeuw) en (verborgen) homoseksuele codes