6. Vrienden-
groep

Charles Bennett

Charlie Bennett (08-07-1950 | 10-03-1986) is zeker een van de inspiratiebronnen voor Dolly om kunstenaar te worden of te zijn. Tekeningen van Bennett waren het ook die mij het eerst verblufte bij zoektochten naar materiaal voor tentoonstellingen.

Charles William David Bennett was vier jaar ouder dan Dolly en een jaar ouder dan Bill Sayer. Charlie en Bill leerden elkaar kennen via de motorclub en ze deelden een voorliefde voor rubber. Charlie kwam zo te zien uit een liefdevol klein Engels gezin. Waar hij zijn opleiding heeft gedaan, is me nog niet duidelijk. Zijn levenspartner en werkpartner Peter Roy Rigby heeft bij zijn dood in 1986 een Obituary Tape gemaakt, maar die is niet teruggevonden.

Charlie en Dolly hadden een intense vriendenrelatie. Die werd nog eens versterkt toen Charlie in het voorjaar 1983 een paar maanden op de boot woonde en hij samen met Dolly klussen deed. Uit die periode is ook een ouderwetse babbelvideo waarbij de heren duidelijk wat op hebben.

De tekeningen van Charlie zijn gedetailleerd en tegelijk losjes. Zo zijn er brieven waarbij hij de inhoud van de alinea’s per alinea in een mini-aquarel illustreert. Hij deed artwork in het bedrijf dat hij samen met Peter Rigby runde en dat eerste Jolly Roger Video Company heette en vervolgens Video Techniques.

Tekst loopt door onder afbeeldingen

Bennett hield wel van een grapje en speelde in juni 1984 ook met echt geld. Een stempel met de dag van de eerste uitgifte op een echte postzegel die dan weer geplakt was op een echt bankbiljet van diverse landen en dan officieel verstuurd. En natuurlijk alle papieren om zgn. zoekgeraakte post terug te vinden.

Tekst loopt door onder afbeelding

En natuurlijk zit er dan (als onderdeel van het project) een correspondentie bij van de zogenaamde of echte vermissing van al die enveloppen, maar die zitten dan weer wel in Dolly’s archief.

Zelfs zijn obituary moest vrolijk zijn met een zelf uitgekozen foto. Dolly zegt later in 1988 dat Charlie niet zo open was over zijn leven met aids.

Tekst loopt door onder afbeelding

Philip Austin

Philip Austin (1951-1990) studeerde samen met Derek Hayes in 1974 af op animatie aan de Sheffield City Polytechnic School of Art & Design met de video Custard. Ze gingen als de eerste twee animators samen naar de National Film School36 en studeerden daar in 1977 af op de Monty Pythonachtige video Max Beeza and the City in the Sky. Samen startten ze Animation City en maakten animatiefilms voor Channel 4, maar ook voor muziekgroepen als Sex Pistols (Friggin’ in the Riggin’ in de film The Great Rock n Roll Swindle) en artiesten als Madonna (Dear Jessie), Rod Steward en Elton John (Club at the end of the street). Vlak voor zijn dood raakte de studio in financiële problemen door het dure pand waarin ze zaten. Derek Hayes ging na de dood van Philip tot 1993 door met Animation City.

In de vriendengroep heette Philip Austin, Dinky Buns oftewel DB, zoals in de Aston Martin’s. Op de woonboot hingen enkele ingelijste tekeningen van Phil. Philip en Dolly kwamen ongeveer tegelijk via de motorclub in contact met de mensen achter Video Techniques. In een brief van 17 augustus 1978 waarin hij zich voorstelt aan Dolly schrijft hij hoe zeer hij hen waardeert:

… the rest of my friends are straight, and, no matter how tolerant or understanding they are it’s impossible to be totally relaxed when talking about sex to them. All my friends know I’m gay and none of them worry about it but they’re still that gap of not feeling totally at ease with them. The atmosphere at VideoTechniques is really relaxed and you feel you can talk about anything without any disapproving.37

Phil en Dolly raadplegen elkaar in die periode over wat hun echte gevoelens voor wederzijdse kennissen zijn. Phil had een oogje op Charlie Bennett.38 Maar behoudens een goede vriendschap, collegiale samenwerking rond projecten werd dat niks. Hij gaat uiteindelijk samenwonen met Mark Price.

Tekst loopt door onder afbeelding

Bill the Glove

Bill Sayer was drie jaar ouder dan Dolly en stond zeker op de tweede plaats bij Dolly’s belangrijke vrienden. In Dolly’s homolijst staat dan hij was opgeleid als kapper, daarna pruiken ging maken voor in het theater en vervolgens theaterkleding. Hij werd manager van de bars bij Heaven, maar werkte ondertussen als maker van kinky kleding vooral van rubber, maar ook wel van leer. Hij runde samen met een collega de shop Expectations.

Tekst loopt door onder afbeelding

Bill verhuist naar Amsterdam om in mei 1985 een dependance op Nieuwendijk 13 te gaan runnen. Al vrij snel heeft hij een huurwoning in de Eerste Helmersstraat 223. Dat werd dus ook een alternatieve logeerplek voor de Londense groep. Als hij te ziek wordt om trappen te lopen, verhuist hij een paar maanden voor zijn dood naar een benedenwoning in de Egelantiersstraat 80a, vlak bij Dolly. Die woning wordt opgeknapt door vrienden, maar hij heeft er maar kort van kunnen genieten. Hij overleed 29 september 1988 in Amsterdam.

Tekst loopt door onder afbeelding

Foto uit archief Dolly met Bill zijn motor voor de deur

Bill zat al in 1977 bij de Sixty Nine Club waar Dolly hem uiteindelijk leert kennen. Bill was toen al bevriend met Charles Bennett uitgaande van een foto uit 1976.

Toen Bill in Londen ging wonen, werd een van zijn wilde feesten de reden dat Dolly helemaal in de scene wilde onderduiken.

Bill reisde met en voor de motorclub naar het buitenland voor contacten met andere motorclubs. Ook naar de Verenigde Staten, maar David Inches, zijn manager bij Heaven, moest hem zelfs nog in 1982 als gay een aanbevelingsbrief voor de Immigration Control op JFK Airport meegeven. Dolly gebruikte Leif, de Deense liefde van Bill, voor promotie van zijn tentoonstelling in Kopenhagen.

Na zijn dood komt (een deel van) zijn correspondentie in het archief van Dolly. Ik heb het archief van vier mappen slechts globaal doorgelopen. Dolly heeft de foto’s van Sayer apart in fotomappen ondergebracht. Het wordt nog een kunst om de samenhang tussen het subarchiefje en de foto’s te maken.

Een deel van de foto’s zijn promotiefoto’s voor vooral de rubberkleding. Op vakantie met een vriendengroep op Majorca poseert hij zelf in een soort duikkleding en laat hij bijvoorbeeld Lenny Robinson, de benjamin van het gezelschap, in het zwembad poseren met zijn speciale rubberen zwembroek.

Bill is vriend aan huis bij Dolly. Ze gaan samen stappen en samen blowen en snuiven. Ze vertellen elkaar graag in detail hun avonturen in de dark room, wat dan ook op tape een goed gedetailleerde beschrijving van een avond in de Argos en dan vooral de dark room oplevert.

Tekst loopt door onder afbeelding

Promotiefoto, Thijs als Mad Max in uitrusting van Expectations. © Martien Sleutjes, 1985. Wie met het idee kwam om dit materiaal te gebruiken, weet ik niet meer.

Tony Calvert

Tony Calvert is de artiestennaam van Anthony Harris. Hij was acteur en model. Hij speelde in diverse Britse tv-series, zoals Alas Smith & Jones en Casualty, maar meestal als figurant met weinig of geen tekst.

Hij deelde met Dolly de obsessie voor postzegels en voor genealogie. Dolly stuurt hem eind jaren tachtig met enige regelmaat naar een archief in Londen. Begin jaren tachtig is hij into de skinheadscene en deelt die passie dan een tijdje met Dolly. Vanaf 1989 lijkt Calvert een baan te hebben bij British Rail. Of hij dan nog acteert, is nog niet bekend. In 2017 neemt hij deel als geïnterviewde aan de documentairefilm After 82: The Untold Stories Of The Aids Pandemic In The UK. Hij vertelt daar over zijn voormalige flatgenoot Terry Higgins en het waarom van de oprichting van de Terrence Higgins Trust.

Tekst loopt door onder afbeelding

Tony was gek op dit soort onderbroeken

Via Tony is er ook contact met brigadier Michael Calvert (1913), bekend als Mad Mike, die in de Tweede Wereldoorlog verbluffende acties tegen de Japanse bezetter in Birma ondernam, maar die in 1952 in Engeland op grond van sexual indecency werd ontslagen omdat hij seks met (Duitse) jongeren had gehad. Of Tony Harris zijn artiestennaam aan deze Calvert ontleende is niet duidelijk. Wel hadden de ‘Calverts’ regelmatig contact en had ook Dolly briefwisselingen met ‘the brig’. Er was een ontzag voor dit soort verborgen homo’s die vanwege homoseks werden ontslagen.

Alan Purnell

De relatie met Alan Purnell is tot nu toe een van de meest onduidelijke in het verhaal. Dolly woont er formeel mee samen, maar toch ook weer niet. Alan is van hetzelfde bouwjaar als Bennett, 1950. Hij wordt bekend als de uitgever van het homotijdschrift HIM en maker van enkele pornofilms. Hij had een behoorlijke standing waardoor hij werd aangezocht voor de promotie van discotheek Heaven. Hij deed daar ook een tijd de enscenering van Heaven zelf. Zijn collectie van muziekvideo’s voor Heaven en gedigitaliseerde nummers van HIM rouleren nu op een site www.HIM-Max.com

Dolly beweert tegenover Alan dat hij met het materiaal dat Alan en vooral Dario Spera Biraghi (Heaven aankleder 1981-1987) hem stuurden een historisch beeld kon schetsen van Heaven.

Alan kwam in 1992 een paar dagen over en logeerde op de boot om de wacht over te nemen van Martin Nel. Hij brengt samen met Dolly een bezoek aan de voorloper van IHLIA in het Spinhuis op de Oudezijds Achterburgwal waar het archief van Dolly al grotendeels was ondergebracht. Drie dagen later overleed Dolly.

Tekst loopt door onder afbeelding

Alan Purnell rond 1990

Tom Galloway / Lenny Robinson

Tom (1939) was qua leeftijd een van de oudste vrienden van Dolly. Hij komt pas echt in beeld als hij een relatie krijgt met Lenny Robinson (1958). Alle drie hadden ervaringen op zee. Lenny werkte kort op een boorplatform. Hij was een tijd de flatgenoot van Tony Harris-Calvert. Tom was kapitein geweest van een vrachtboot. Dolly noemde hem liefkozend Captain Tom.

Een andere link was via de motorclub. Een paar mensen uit die club hadden gefigureerd als motorrijders in de film Morons From Outer Space (1985) van het komische duo Smith & Jones. Lenny had wat meer figurantenervaring, maar via via komt hij in Heaven als een van de eerste vj’s te werken.

Samen hadden ze al een boot in Londen, maar ze kochten in 1989(?) een woonboot bij het Amstelveld. Het bijzondere was dat ze ook met deze boot gingen varen. De kajuit kon neergeklapt worden en dan konden ze onder de bruggen van de Prinsengracht door. Galloway wilde zelfs met de boot oversteken naar Engeland (binnendoor richting een havenplaats dicht tegenover de Engelse kust), maar werd aangehouden omdat hij geen marifoon aan boord had. In een rechtszaak in Breda verdedigde hij zichzelf met succes. Tom werd door Dolly ook ingehuurd om scabreuze teksten voor te lezen in het programma Alien. En Tom was als secretaris de link met de Sixty Nine motorclub.

Tekst loopt door onder afbeeldingen

Peter Stanton

Peter Stanton (1946) kwam in Dolly’s wereld toen hij samen met zijn jongere partner Jonathan Wong in 1985 op Ibiza The Bronx Bar opende. Bennett deed tegen betaling het artwork voor deze leerbar. In 1986 zetten ze er al een punt achter en waarschijnlijk kwamen ze toen in Amsterdam wonen. Voor de verandering niet op een boot maar op een verdieping aan de Singel. Stanton was veel op reis omdat hij een succesvol zelfstandig hydrografisch onderzoeker was. Jonathan (= Heng Chin; 1961) werkte voor de leershop van RoB in Amsterdam.

Stanton was heel betrokken bij Dolly in zijn laatste levensjaar. Stanton was altijd bang dat Dolly zou komen te overlijden als hij voor werk in het buitenland was.

Tekst loopt door onder afbeelding

Artwork van Bennet

Martin Nel

Martin Nel (1962) was een Zuid-Afrikaanse kennis van Dolly. Hij was daar een witte journalist die te maken kreeg met de noodtoestand die door de apartheidsregering was uitgeroepen en die jaarlijks werd verlengd, zodat de censuur van nieuwsmedia blijvend werd. Hij had na 1985 in New York, Wenen en Amsterdam gewerkt, maar moest in 1988 terug naar Johannesburg. In 1989 vlucht hij opnieuw naar Nederland en verkrijgt in 1990 de status van politiek vluchteling. Hij woont dan tijdelijk bij Dolly op de boot voordat hij een adres krijgt in Amsterdam. In de laatste periode van Dolly’s leven was hij een soort derde buddy van Dolly. Hij sliep ’s nachts op de boot als er geen andere logees waren.

36Bron: Youtubekanaal van Derek Hayes. Nu heet die school National Film and Television School
37B18F02-Austin-1 p.9-16
3838 Idem p 29 br


About

IHLIA Outside the Box is een online plek om verrassingen uit de lhbti- geschiedenis te ontdekken en bijzondere IHLIA-projecten te volgen.