4. Londen en amsterdam
Dolly stapt op 20 juni 1980 van boord, maar blijft waarschijnlijk nog wel in dienst van Jebsen. Komend van de boot haalt hij in Hereford de motor op die hij van zijn vader heeft gekregen.12 Hij vertrekt naar Muswell Hill waar Video Techniques zit.
Het weekend daarop had leuk moeten worden, want op zaterdag 28 juni werd in Londen de Gay Pride March gehouden. Maar de politie probeerde de zaak te verpesten.
Ook na de afschaffing van de anti-homowetten in 1967 bleef de politie in Engeland heel vervelend tegen de gay (en lesbian) community. Er werden invallen gedaan op privéfeesten onder het mom dat daar minderjarigen zouden zijn. De gearresteerden liepen het risico door de politie in de pers aan de schandpaal genageld te worden door vermelding van volledige naam en adres. Vooral de Engelse rioolpers smulde ervan en de politie kon zijn naam als beschermer van de goede burgerlijke zeden opnieuw waarmaken. In Dolly’s archief zit een verslag van zo’n inval in oktober 1982 en de juridische afhandeling ervan (de politie werd teruggefloten).13
Op 28 juni 1980 probeerde een treiterende politiemacht te verhinderen dat delen van de Pride March zich vrijelijk konden bewegen. Het kwam tot schermutselingen waarbij klappen vielen, Charlie en Dolly worden gearresteerd en proces-verbalen werden uitgeschreven. Helaas voor de politie liepen er fotografen rond en was er een video die het verhaal van de politie konden ontkrachten. Charlie en Dolly gingen met kneuzingen op de 29e langs bij Arnold Linken, een medisch specialist en veneroloog die ook lid was van de motorclub. Hij maakte foto’s en schreef een medisch verslag over de verwondingen. Toen de zaak uiteindelijk bij de rechter voorkwam, droop de politie af. Charlie kreeg wel een kleine veroordeling vanwege obstructie van de politie.
Niet alleen de politie was negatief, ook de politiek onder Margaret Thatcher was zeer tegenstrevend. Later in het decennium werd Clause 28 in de Local Government Act ingevoerd. Het werd lokale overheden verboden homoseksualiteit te bevorderen, materiaal te publiceren of te praten over homoseksualiteit als een familierelatie. Het was een onderdeel van de conservatieve strijd tegen de voorlichting rond aids. Het resulteerde in Amsterdam in een stroom van seksuele vluchtelingen.
1980 Amsterdam
Dolly begint in 1980 met de overstap naar Amsterdam. Video Techniques had een Amsterdam een tegenhanger VideoHeads. Beide clubs maakten videos en ondersteunde videomakers met advies en apparatuur. Ook bij VideoHeads bestond de staf bijna helemaal uit gays en dan grotendeels uit de leer- en sm-scene.
Dolly kende een deel van die scene al omdat hij uitging in Amsterdam als de boten een Nederlandse haven aandeden en dan bij voorkeur naar de Wells Fargo of de Argos. Ook leerde hij in die tijd een strenge meester in de Bijlmer kennen waar hij graag langs ging.
De Londense club logeerde graag bij VideoHeads in hun afgetrapte pand14 op de Eglantiersgracht 57-59 of bij een van de mensen thuis op hun grachtenboot.
Tekst loopt door onder afbeelding
De grote baas bij Videoheads was de Amerikaan Jack Moore (1940-2014). Hij richtte het op in 1971? Hij sprak veel talen en was into technology. Hij experimenteerde eerst met film, maar vooral videotapes en stond altijd vooraan om nieuwe technologie te vinden. Hij filmde/tapete ook bijzondere optredens van Grateful Dead, Pink Floyd en Yoko Ono, etcetera. Was in 1968 een van de eerste die een redelijk draagbare Sony videocamera had.
Komend uit London waar hij een succesvolle bijeenkomst (bagism) met John Lennon en Yoko Ono (1968) had georganiseerd, legde hij samen met anderen de basis voor de Melkweg. De lichtshows in de Melkweg werden vaak gekoppeld aan videopresentaties.
Videoheads was vooral ondersteunend voor kunstenaars, zoals Nan Hoover en Raul Marroquin. Die laatste komt veel op de boot bij Dolly, waarschijnlijk voor een joint, en is nog volop in productie als Videoheads noodgedwongen wordt opgeheven.
In 1980 was Moore met andere kunstenaars galerie The Bank aan de Haarlemmerstraat 118 begonnen. Daar werd video-art in allerlei vormen gepresenteerd, zoals een congres van televisies.
Rondom The Bank en de serviceverlening van Videoheads ontstond een subsidiestroom, maar daar waren eigenlijk al meteen problemen mee. Er werd geoormerkt geld voor aanschaf van materiaal om uit te lenen gebruikt voor andere doelen zoals het betalen van personeel. Moore was blijkbaar niet zo’n goede manager. In 1983 trekt de Raad voor de Kunst zijn conclusies en zorgt dat in juli 1983 de subsidie stopt. De glans van de naam Moore was verdwenen. Moore zelf vluchtte naar Parijs naar zijn Engelse collega Jim Haynes.
Dolly krijgt hiermee te maken als plotseling zijn boot gebruikt wordt om dure apparatuur uit de handen van de bewindvoerders te houden.
In 2012 was Moore weer in Amsterdam voor een pop-up tentoonstelling. In een interview met Menne Vellinga legt hij uit hoe hij -semi-legaal – de enige videokopie van het eerste optreden van Grace Jones in handen krijgt en hoe hij dat met zijn technische kennis restaureerde en inkleurde.
Moore had een hele collectie legale en illegale opnames waarvan veel op toen hogere kwaliteit. De collectie is uiteindelijk terecht gekomen bij www.dig.media in Manchester waar het nu ontsloten wordt met een subsidie van het Heretage Fund. Zie ook:
Hoe het precies is gelopen, is niet duidelijk, maar in 1980 kochten Dolly van Video Techniques en Måns von Stedingk, een Zweed uit een oud geslacht die ook werkte voor VideoHeads, samen woonboot De Vooruitgang. Waarschijnlijk was de boot eigendom van een van de Engelsen uit de kring rond Videoheads.
Het oorspronkelijke idee was dat Dolly de boot zou runnen en dat Måns een plek had als hij geen werk had in Parijs of elders.15 Dolly zag het helemaal zitten met die zeer strenge meester en die zag de boot als experimental hospital waar hij zijn slaafje kon afranselen en vernederen.
De boot lag tegenover huisnummer 138 op de Prinsengracht.16 Aan de andere kant van de gracht ligt het Anne Frank Huis. Vandaar de bijnaam: de Ann Frank View. Hij moet een schijntje hebben gekost, waarschijnlijk tussen ƒ 10.000,– en ƒ 18.000,–.17 Het exacte bedrag is niet duidelijk. In die periode was Amsterdam en dan vooral de Jordaan in groot verval omdat huizen niks opbrachten vanwege een hypotheekrente van boven de 12%.
De boot is klein, ongeveer 30 m2 woonruimte.18 Er zijn weinig of geen voorzieningen aan boord: geen douche, geen telefoon, koken op gasflessen en verwarmen met een oliekachel met een oliedrum op het dak. Waarschijnlijk had de boot al wel een afvoer op het riool19 en daarmee hoogstwaarschijnlijk ook leidingwater. Er is wel een radio met kortegolfontvangst aan boord.
Douchen en telefoneren deed men bij VideoHeads, een wandeling van een paar minuten. Daar werd ook meestal gekookt en tv gekeken. In ruil daarvoor werd de boot als een soort extra kamer van VideoHeads gebruikt. Op de boot is het volgens het logboek af en toe een zoete inval van bekenden en Engelse gasten.
Tot maart 1982 is Dolly nog vaker in Londen dan in Amsterdam. Måns komt op 2 maart zijn boeken ophalen en Dolly noteert dan in zijn agenda: ‘All is now mine’, daarmee suggererend dat hij Måns deel heeft overgenomen.
In de loop van 1981 bleek al dat de relatie met Måns flink bekoeld was. Geheel in stijl dicteerde hij zijn personal maid Deirdre (Stanley) een brief waarin hij suggereert dat hij het deel van Dolly wil terugkopen of zichzelf juist wil laten uitkopen. Het gezwollen taalgebruik helpt hier niet:
The terms on which He [the Von] entered into the partnership were these: He thought the contract was with a sailor who possessed a degree of Independence and Integrity of character – and not with, as events have made clearly obvious, a fussy tea-drinking lower-class housewife. Your violation then of your part of the contract leaves Him with only one choice: that of buying out (over a periode of say one year) your financial interest in the Experimental Hospital.20
Eind 1981 zegt hij dat hij dringend ƒ 5000 nodig heeft binnen een paar dagen. Hij weet dan dat Dolly ‘[is] outraged at the price I quoted for the repossession of the said quarter’.21 Uiteindelijk wordt het afgehandeld met de opmerking van 2 maart als gevolg.
Financiën
En dat brengt ons bij een teer punt van dit archief: geld. Als Dolly van boord stapt van de commerciële vaart, moet hij ergens anders geld zijn gaan verdienen. Over financiële zaken is in het archief niet veel te vinden. Er is een eenmalige uitkering uit een soort zeemansfonds bij zijn officiële vertrek (11-09-1981) en hij krijgt vanaf begin 198222 een wao-uitkering van Jebsen waar hij het laatst bij in dienst was. Bij de start zal dat een bedrag van rond £270 geweest met een jaarlijkse indexatie. Van een paar jaar later is er een bankafschrift van de Barclay’s bank waarop die geïndexeerde bedragen binnenkomen.
In 1982 was het pond rond de ƒ 4,65 – 4,70. Dus hij had een vast inkomen van rond de ƒ1250,– per maand. In Londen kom je daar niet ver mee, maar in goedkoop Amsterdam wel.
In London stond hij vanaf eind 1981 ingeschreven op de flat van Alan Purnell (33 Archer House Phillip Street). Daarnaast was de flat van hun beste vrienden Bennett en Rigby.23 Later als Dolly in Amsterdam woont, lijkt iedereen op nummer 33 te wonen. In zijn testament zegt Dolly dat hij in Londen op 32 Archer House woonde. Bill Sayer deelt ook een tijdje een van de twee flats. Onduidelijkheid troef.
Of de Londense flat was gehuurd of gekocht, is ook al niet duidelijk. Rond 1990 komt de flat te koop. Waarschijnlijk is hij verkocht want Dolly wil een nieuwe woonboot in Amsterdam kopen en zegt daarvoor geld te hebben en heeft geen erfenis gehad. Helaas was hij te laat voor een nieuwe boot, want volgens de aangescherpte normen van Amsterdam mocht er alleen een zeiljachtje liggen.24
De wao-uitkering was gebaseerd op een brief van dr. Arnold Linken van 1 april 1981. Dolly zou vanaf 17 november 1980 in Isolation Hospital hebben gelegen met een infectueuze hepatitis. Uit andere correspondentie uit die periode is daar (nog) niets over bekend.25 Linken schrijft in zijn verslag dat het wel beter gaat, maar dat hij toch vatbaar blijft voor verkoudheden en griep. De patiënt merkt dat hij niet meer in staat is zijn beroep op zee naar behoren uit te voeren. En de dokter is het daar mee eens. Op 2 juli 1981 stuurt Jebsen de benodigde formulieren om in aanmerking te komen voor een uitkering. Op 16 november meldt Jebsen dat alleen nog de naam en adres van een nieuwe dokter nodig is.26
12Blijft nog een raadsel of hij die motor zelf bestuurd.
13B59F02-14 Martin Johnson
14Waarschijnlijk was het een kraakpand. Nu staan op die plek luxe appartementen.
15Uit foto’s in Dolly’s archief blijkt dat Måns op kunstige wijze de showcase store van Sony in Parijs heeft ingericht. Hij moet daar enige standing hebben gehad als je zo’n project mag doen. Ook deed hij videoprojecten voor onderdelen van de Verenigde Naties. Later was hij ook actief bij het filmfestival van Cannes.
16Nu is dat 136 G (van Gracht). De buitenkant is nog steeds dezelfde boot.
17Eind 1981 heeft Måns dringend geld nodig: ƒ 5000,– vraagt hij. Dolly schrijft in het logboek op 2 maart 1982 als Måns zijn boeken komt ophalen: All is mine now en dat in 1991 als hij die entry in de database van Homodok zet, uitlegt: ‘… refers to the boat and the contents. Dat zou suggereren dat de boot ƒ 10.000,– heeft gekost. Maar na zijn overleden bij de verkoop van de boot kan de notaris geen bewijs vinden en reserveert voor de veiligheid ƒ 9000 voor aflossing van een lening aan Måns wat zou suggereren dat de boot ƒ 18.000 heeft gekost. De akte van levering (koopakte) uit 1980 is nog niet opgevraagd bij het Kadaster. In 1992 leefde Måns nog in Aix-en-Provence. Of hij ooit het geld heeft gezien is niet bekend. Zie Archief Jacques Kriek nalatenschap.
18Gebaseerd op Funda gegevens van 2023. De vraagprijs was toen € 400.000, maar het interieur is flink aangepast en geïsoleerd. Waarschijnlijk 1 m3 kleiner geworden intern.
19In 1987 sloot de gemeente Amsterdam de laatste boot in de binnenstad op het riool aan.
2019810702 B16F03-X41-X42
2119811209 B16F03-von Stedingk-X42-X46 >> Swithin
22Exacte datum is mij niet bekend
23In een brief aan zijn ouders 19830707 B04F03-13-X16 >> Mother and Father zegt hij dat Charlie op 33 woont en hij op 32, maar de brieven aan Purnell zijn altijd nr 33 Archer House ….
24Het zou me niet verbazen als die restrictie er nog steeds is. De Vooruitgang is namelijk aan de buitenkant behalve de kleur nog steeds hetzelfde als toen Dolly er woonde, maar er is een hele nieuwe binnenkant gemaakt.
25Ik heb nog niet alles uit die periode gelezen, maar in zijn database met brieven staat hierover geen melding.
26B23F02-Mix2 p26