8. Aids

Aids was al snel een topic in de groep. Het woord zelf nog niet omdat het pas eind 1982 door het Amerikaanse Center for Disease Control werd ingevoerd als Acquired Immune Deficiency Syndrome. Op 17 maart 1983 noteert Charles Bennett in het scheepslogboek: ‘Tea is sucessful v.nice – Although a great deal of conversation revolves around Gay Cancer.’41 Op die tea party waren Engelsen, Nederlanders, de barman van de Anco en een Berlijner aanwezig.

Informatie over een vreemde ziekte kwam al snel in de groep via persoonlijke communicatie en via de Amerikaanse en vooral de Engelse wereldomroep. In de groep van Dolly kwam het al vroeg dichtbij. Terry Higgins was tijdens dansen in Heaven al een keer onwel afgevoerd, maar het St Thomas Hospital in Londen had geen idee wat er mis was. Niet lang daarna was hij als dj in Heaven aan het werk en zakte tijdens dat optreden in elkaar en overleed op 4 juli 1982. Zijn partner Rupert Whitaker (nu een longtime survivor) en de Heaven-collega’s Martyn Butler, Len Robinson, Chris Peel en flatgenoot Tony Calvert planden als Terry Higgins Trust een overleg met Gay Switchboard in Londen. Daar pakte homoactivist Tony Whitehead (een andere longtime survivor) meteen het plan op voor een formele liefdadigheidsorganisatie die Terrence Higgins Trust ging heten. Met een naam probeerden ze aids een gezicht te geven.

Later hebben Tony Calvert en Dolly in hun briefwisseling het vaak over Terry Higgins. Toen was de Trust al tegen de verdrukking van de Tatcherregering in een heel belangrijke speler geworden.

In een brief van 30 maart 1983 blijkt dr. Arnold (Linken) zijn eerste gay cancer patient te hebben:

He’s quite shocked as the person is not old and is a steady respectabel type.42

Dolly is dan al vanaf 17 februari 1983 bezig met zijn archief.

In die beginperiode was nog niet duidelijk wat de oorzaak van de ziekte precies was. Maar in de loop van 1982-83 werd voor epidemiologen duidelijk dat er sprake moest zijn van een virus en kon de jacht beginnen op dat virus. Na wetenschappelijke pikkengedrag, waarbij uiteindelijk de Amerikanen het hoofd moesten buigen, werd de naam Human Indeficiency Virus. De jacht op een test was toen gelukkig al beginnen. In onderzoeksgroepen zoals bij de cohortstudie in Amsterdam waren testen al in 1984 intern beschikbaar. De officiële test kwam in maart 1985 beschikbaar voor bloed en bloedproducten. Vooral bij de Amerikaanse bloedbanken waar je geld kreeg voor bloeddonatie bleek de situatie ernstig.

In 1986 werden de testen beschikbaar voor individuen. Maar de grote vraag was natuurlijk wat schoot je op met de wijsheid dat je positief was als er geen medicatie beschikbaar is? Je kon er bijna zeker van zijn dat op termijn je immuunsysteem zou instorten en je zou komen te overlijden. Een doodsvonnis in het vooruitzicht.

Om te voorkomen dat je hiv zou krijgen, maakte de diagnose eigenlijk ook niks uit, want voor positief en negatief gold safe sex of veilig vrijen als de standaard. De safesexboodschap kwam snel op gang al in 1983. De beleidsmakers wisten al snel lijsten te maken met gedragingen die je maar beter niet kon doen.

Maar tussen lijsten, intentie en gedrag liggen veel barrières. De voorlichting van de eerste jaren leunde erg op je gezond verstand gebruiken. In combinatie met alcohol en drugs verdween dat verstand vaak naar de achtergrond. En dan is er nog de psychologische waarde van seks. De psychologische rol van actieve en passieve seks, van heersen of overheerst worden, et cetera. In Dolly’s groep en zeker bij Dolly zelf was er een bijna religieuze positieve houding tegenover seks. Het lijkt op een opzettelijk afzetten tegen de bekrompen moraal die gaygedrag wil elimineren. Niet alleen ‘gay is good’ maar ook ‘gay sex is always good’. Je seks laten wegnemen is een stap naar de ontkenning van je homo-zijn, naar het internaliseren van de maatschappelijke homofobie. Voor de groep is het ook van belang in het oog te houden dat de opvattingen over (homo)seks in Engeland en de VS veel conservatiever zijn dan in de Noordwest-Europese landen.

Natuurlijk veranderde er al snel heel veel ook in de kinky scene. Op 25 juli 1984 meldde Dolly in een brief dat in de Argos een condoomautomaat was geplaatst. Maar het condoomgebruik zal zeker pas flink gestegen zijn toen wat later condooms in bakken gratis beschikbaar werden gesteld zoals ook in andere horecazaken.

Gonorroe, the clap, wordt in de agenda’s uit de zeevaarttijd en later in de logboeken veelvuldig gemeld. Voordeel: ze herkenden de symptomen en bleven er niet mee lopen. De drempelvrije poli van de GGGD in de Van Oldenbarneveldstraat wordt vaak genoemd. Na 1985 wordt dat al snel veel minder om vanaf eind jaren tachtig te worden vervangen door bezoeken aan gay-aidshuisartsen en ziekenhuizen.

In de Nederlandse voorlichting was het wel een probleem dat anale seks, ook met condoom, lang in het verdomhoekje zat. Natuurlijk er zijn zovele andere seksuele handelingen die een leuke tijd garanderen, maar als je in de voorlichting de waarde van penetratie en gepenetreerd worden negeert dan mis je een belangrijke groep.

Tekst loopt door onder afbeeldingen

Ik heb nog maar een deel van de brieven gelezen, maar in wat ik gelezen heb, zijn hiv en aids niet omgeven met schuld en boete of schaamte. Het is er en dat is het. Er is wel veel verdriet en gemis. Zeker wanneer de eerste vrienden ziek worden. Op 3 maart 1986 overleed Harry, zijn eerste Nederlandse vriend, en op de 10e de zeer hooggewaardeerde Charles Bennett. Harry werd op het laatst weer christelijk volgens Dolly, verhuisde terug naar Kampen waar hij werd verzorgd door zijn streng-christelijke familie. Gay vrienden hoogstwaarschijnlijk niet gewenst. Hij stierf wel in het AMC in Amsterdam.

Dolly had ook niet op zijn begrafenis kunnen zijn, omdat hij op dat moment in Londen was om afscheid te nemen van Charlie. Bennett stierf in het Middlesex Hospital in Londen en hij was wel omringd door vrienden, ook toen hij eerder buiten Londen in een ziekenhuis lag. De sprankelende, grappige kunstenaar was niet meer. In het logboek noteert Dolly later bij de zwart omrande pagina’s: ‘40th to died of aids in England’. In de latere logboeken komen steeds meer met zwart omrande pagina’s voor.

Tekst loopt door onder afbeelding

Brief van 19841002

Er werd veiliger gevreeën. Dat blijkt wel uit opmerkingen in brieven, maar hoeveel veiliger is niet op te maken. Uitgaan wordt pas in de loop van de tijd minder, maar het druggebruik wordt er niet minder op.

Dolly gaat nog veel uit tot 20 juni 1989. Dan krijgt hij ’s avonds last van zijn longen. Zijn geplande bezoek aan Londen wil hij niet uitstellen waarschijnlijk omdat zijn Londense flat in de verkoop gaat. Meteen bij aankomst in Londen op 23 juni gaat hij als ’s middags naar de Pringle Clinique, ook wel de clap clinique genoemd. Ze stellen een longontsteking vast, nemen bloed af voor verder onderzoek en sturen Dolly met een medicijn via een vernevelaar naar huis. Daar laat hij dr. Linken komen die hem de volgende dag terugbrengt naar het Middlesex Hospital omdat hij waarschijnlijk al wist wat de uitslag zou zijn. Inderdaad bleek het vier dagen later een Pneumocystis pneumonia (PCP), een ziekte die voorkomt bij mensen met een verlaagd afweersysteem (CD4 ≤ 200) of zoals Dolly schrijft:

… and indeed I have P.C.P. which is an aids proper condition.43

Zijn behandeling verloopt (natuurlijk) niet zonder incidenten. Voor zijn Arkhive wil hij het proces registreren. Hij laat een camera op de drip zetten en elke 42 seconden een beeld maken. In verband met hun eigen privacy wil de verpleging niet in de kamer komen en de drip vervangen of ander werk doen in de kamer. Uiteindelijk komt een dokter het werk doen.

Dolly heeft op dat moment waarschijnlijk ook door koorts een broertje dood aan de privacy van de verpleging. Volgens hem zijn er vooroordelen:

… to the attitude of some of the nursing staff who it would apear are not vetted for their personality for dealing with Gay A.I.D.S patients. …The actual some total of nurses objecting and declining to enter my room is upset which is mainly adrenaline being produced in my system and added shakyness or tremmers.44

Hij komt er later, hopelijk wijs geworden, niet meer op terug.

Hij vertrekt begin augustus uit Londen met voor een maand AZT of Zidovudine. Dat was het eerste middel dat iets deed tegen hiv en werd in 1987 officieel goedgekeurd. Maar het was giftig spul met veel bijwerkingen en het virus ontwikkelde bij veel mensen al snel een resistentie. Hij moest in Nederland nog in het systeem zien te komen om AZT te kunnen krijgen. Uiteindelijk wordt hij ingedeeld bij het Prinsengrachtziekenhuis op 20 minuten lopen van zijn huis of 5 minuten varen met de boot van vrienden…

Dolly heeft het middel bijna drie jaar gebruikt. Zijn weerstand zal snel weer redelijk zijn geweest, maar zijn energie was niet als van ouds. Hij gaat vanaf augustus 1989 steeds minder uit. Hij ligt redelijk vroeg op bed. Hij steekt zijn tijd liever in het radioprogramma Alien en in de overdracht van het archief aan Homodok, de voorloper van IHLIA.

De scene in New York

Zoals gezegd bevat het archief verschillende zijtakken. Een daarvan is de correspondentie tussen Frank Schmitt (in de vriendengroep Francine) en Alan Purnell van 1983 tot medio 1986. Beiden waren onder andere uitgever. Schmitt gaf in New York Topman uit.45 Maar hij lijkt ook een soort impresario te zijn. Uiteindelijk omdat zijn tijdschrift niet goed meer loopt, neemt hij een baantje in het jongensbordeel Chequers.

Frank had een broer Joseph George (1936) die bekend was onder de acteursnaam Jay Douglas Lambert. In die hoedanigheid had hij te maken met de opening van discotheek Heaven waar Alan de public relations deed: [Dougles]

took to the microphone at midnight on 6th December 1979, the opening night of London’s gay nightclub Heaven, to intone: “In the beginning there was darkness, and God said, ‘Let there be light,’ and there was light. God created Man and Man created Heaven”.46

Volgens Frank verbraste hij hun vaders erfenis.

Frank was in de jaren tachtig een bezoeker van Dolly’s boot, soms langdurig en hij was bevriend met Jack Moore. Hij kende ook Dolly’s buurvrouw Betty Ringmar die op de volgende boot woonde en het Amsterdamse en New Yorkse nachtleven afschuimde met een speciale Polaroidcamera. Hij gaf er niet veel voor:

Forget about such mundane requirements like focus and position. They would make even an amateur look presentable.47

Op 21 maart 1983 beschrijft hij zijn oude buurtje dat zeventien jaar daarvoor een Puerto Rican-dump was, maar dan een gay buurt is met zeven bars en talloze restaurants, maar de sfeer is daar veranderd:

Since celibacy is the new rage – yes, sex is out – it’s considered quite acceptable to sit in a window front for hours and nibble away. Sex, or discussion about it, is only tolerated within the confines of a “relationship.” I find it all boring. Of course, everybody still fucks but nobody talks about it anymore. This is one vogue I’II pass on.48

In zijn brieven komen in een valse nichtentoon de ups en downs in de New Yorkse gaybarscene en het theaterwezen aan bod waar hij zich ook graag laat fêteren omdat zijn tijdschrift financieel slecht loopt. Het is een beetje de wereld van Walk on the wilde side van Lou Reed. In de beschrijvingen van Frank zijn er bovenop de problemen door de aidsepidemie (‘Nothing new is happening in New York. Gay wise the scene is disastrous Everybody seems to be dying of AIDS.’49) voortdurend problemen met de maffia die de meeste bars onder hun hoede hebben, de invallen van politie in after hours bars waar vooral het personeel last van heeft omdat ze door de politie worden vastgezet en invallen van de Health Department in clubs, waaronder ook The Mineshaft. Het politieke klimaat buiten New York wordt steeds killer onder het regime van Reagan.

Zelforganisaties gefinancierd door donaties en sponsorconcerten worden belangrijk. Hij beschrijft een benefietconcert ‘in het circus’ waarvan de 17500 plaatsen uitverkocht zijn. Leonard Bernstein zal de band dirigeren die de Star Spangled Banner zal uitvoeren terwijl Shiley Verrett de zang verzorgd.50

In dezelfde brief staat deze sfeertekening:

Eddie Rosenberg has AIDS and is in very bad shape. His mouth and throat are almost completely gone. A veil hides the fact. Several Sundays ago Studio 54 sent an ambulance for her and then propped her up at the bar while the crowd cheered the old girl during her last days. Everybody agreed that Ms. Rosenberg had to get out more often.

In de brieven die tot mei 1986 lopen zie je dat ook mensen als Frank door vriendschappen met mensen met aids zoals Rona, waarvan de echte naam niet te achterhalen viel, betrokken raken met de zelfhulporganisaties rondom aids en ook boven op het nieuws van mogelijke medicijnen zitten.

Rona left us yesterday [21 april 1986] for the Land of Baby Sisters. The service is tomorrow. I’m in a numb condition. It’s that period where you block everything out and just press on. I went to work last night [in Chequers], more for my own sanity than anything else. Fortunately there was a wildness in the air (how fitting for Rho) and I rose to the occasion. […] I won’t go any further but as of the other night I’ve lost 27 baby sisters in the past year. It’s frightening. If only it were sobering, but it’s not.51

41B58B03-logboek1983.pdf, p. 43
42B03F02=12-X66-68 >> Bennett
4319890701 B05F02-20-X26 >> Hans Boot
4419890712 B05F02-20-X28 >> Terry Cooke: zijn handschrift is hier belabberd.
45IHLIA heeft 1 (1980 1981) 37, 42, 52; 3 (1982) 12 in de collectie.
46 https://nl.findagrave.com/memorial/85831303/douglas-lambert; zie ook IMDB.
47B19F02-Schmitt.pdf, p 151
48B19F02-Schmitt.pdf, p 151
49B19F02-Schmitt.pdf, p 151
5019830415 B19F02-Schmitt-137-137>> Alan Purnell
5119860422 B19F02-Schmitt-x028-029 >> Alan Purnell


About

IHLIA Outside the Box is een online plek om verrassingen uit de lhbti- geschiedenis te ontdekken en bijzondere IHLIA-projecten te volgen.