Hoe een mislukte poging tot een kranslegging aan de wieg stond van een nieuw soort activisme binnen de lhbt-beweging
Op 4 mei 1970 probeerden twee leden van de Amsterdamse Jongeren Aktiegroepen Homoseksualiteit zonder toestemming een krans te leggen bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam. Het werd 25 jaar na de bevrijding tijd om de vergeten homoseksuele slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken. Maar óók om de onderdrukking van homo’s ná mei 1945 aan de kaak te stellen. De groene krans met roze driehoek, een schreeuw om gelijkberechtiging, leverde de roze driehoek op als het symbool van discriminatie. Het oorlogsteken, nu gebruikt als geuzenteken, moest iedereen duidelijk maken wat er gebeurt als minderheden niet worden geaccepteerd.
De twee mannen werden snel opgepakt. Een jaar later was er voor het eerst een succesvolle kranslegging. Binnen kringen van activisten groeide het idee voor een eigen, onafhankelijke gedenkplek. In 1979 werd de Stichting voor een Homomonument opgericht. Het monument op de Westermarkt werd in 1987 in gebruik genomen. Met de roze driehoek als basisvorm.
Nu IHLIA tijdens de coronacrisis geen fysieke exposities kan organiseren, herdenkt het lhbti-archief de mislukte poging tot een kranslegging van vijftig jaar geleden met een online expositie. ‘Geen Krans op de Dam’ geeft een beeld van het begin van een nieuw soort activisme binnen de lhbt-beweging. Een activisme dat begon met die poging tot een kranslegging op de Dam en eindigde met een Homomonument aan de Westermarkt.